Alliums

Alliums zijn van dezelfde familie als de ui, prei en bieslook. Bij de sieruien komt de bloem meestal later tot ontwikkeling dan het blad. Bij sommige soorten is het blad al niet meer zo mooi als de bloem tot ontwikkeling komt. Allium Gladiator en Allium Mount Everest kunt u om die reden het best achter lage of middelhoge vaste planten zetten, waar de bloem dan bovenuit komt.
Alliums zijn winterhard en kunnen dus na de bloei in de grond worden gelaten. De meeste soorten vermeerderen zich snel, waardoor het aantal dat op een kluit staat te groot kan worden. In dat geval kunt u ze ‘s zomers oprooien, tot de herfst bewaren en de grootste bollen dan weer planten. Allium christophii (syn. A. albopilosum) is een geval apart. Uit de bol vermeerdert deze soort nauwelijks, maar hij vormt wel veel zaad. Dit zaad kunt u wanneer het rijp is gewoon op de grond laten vallen. Het volgende voorjaar zullen zich dan minuscule uieplantjes vormen, waaruit op een paar centimeter diepte kleine bolletjes ontstaan. Het duurt vervolgens een paar jaar tot deze uitgroeien tot bloeiende planten.
Alliums houden van zonnige warme standplaatsen. Ze zijn als nectarbron geliefd bij bijen en hommels.
Alle alliums kunnen als snijbloem gebruikt worden en blijven opvallend lang mooi in de vaas.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop